![]() De kerstperiode is niet voor iedereen een tijd van vrolijkheid en gezelligheid. Christenen die een dierbare hebben verloren of een echtscheiding hebben meegemaakt, beleven deze weken met een ander gevoel. "Niemand kan hen uit een gevoel van neerslachtigheid halen," vertelt van Andel. Aan de hand van een voorbeeld wijst hij op de liefde van Christus. "Iemand is in een diepe put gevallen. Als Boeddha langs die put komt, zegt hij: 'onthecht je van alles, laat je emoties los en je probleem is voorbij'. Vervolgens komt Confucius langs en roept naar die man beneden dat hij goed moet nadenken om een oplossing te verzinnen. Mohammed roept hem op zich aan de vijf regels van de Islam te houden, dan komt het goed. Maar dan komt Jezus, Hij zegt: 'Hou vol, ik kom eraan. Hij is de Enige die in de put afdaalt'." Bemoediging van God "Als niemand ons begrijpt is er altijd Eén die dat wel kan," gaat Van Andel verder. De predikant verwijst naar Psalm 139, 'HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten. Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd', staat in de eerste drie verzen. "Het is moeilijk om een ander van dienst te zijn in al z'n angst en wanhoop, maar door Gods Woord kun je hen bemoedigen." Van Andel wijst op eerlijkheid. Tijdens Kerst lijken mensen elkaar binnen de kerk allemaal aardig te vinden, terwijl dat in werkelijkheid niet altijd het geval is. "Daarin moeten we vooral eerlijk zijn. We zijn mensen met onze eigen fouten en gebreken. Binnen de kerk dienen we daarom in de eerste plaats ernst te maken met de onderlinge verzoening. In de verkondiging van het Evangelie staat de verzoening door het bloed van Christus immers centraal. Maar dan ook met elkaar. En als we in staat zijn ons met elkaar te verzoenen, reken erop dat de buitenwereld dat ziet. Het wordt opgemerkt als wij als christenen elkaar liefhebben, omdat we ons in Christus met de ene Vader verbonden weten. Dat is dan niet langer schone schijn, maar werkelijkheid." Bergen en dalen "Na een een geestelijke overwinning volgt vaak een teleurstelling," merkt Van Andel op. "De profeet Jona treurde, omdat volgens hem Ninevé omgekeerd had moeten worden. Of denk aan Elia, die na de manifestatie van Gods glorie op de Karmel even later in een diepe depressie terecht kwam. Wanneer je dit met de natuur vergelijkt is dat begrijpelijk. Want na een bergtop komt altijd een dal. We moeten ons zien te wapenen tegen datgene wat ons kan deprimeren. Bij de apostel Paulus was het juist omgekeerd: hij had alle reden om in zak en as te zitten, maar hij was verheugd. Hij schreef de Filippenzen-brief waarin de blijdschap centraal staat zelfs in de gevangenis." Ook christenen kunnen met kerst in de put zitten, denk Van Andel. "Als je dan tegen iemand die net een dramatische gebeurtenis heeft meegemaakt: 'je moet maar op de Heere Jezus vertrouwen, dan komt het vast en zeker goed, of, God zal er zijn bedoeling wel mee hebben’, dan heb je er nog weinig van begrepen.’ Want die ander is er op dat moment nog niet aan toe dat te horen. Zulke woorden, hoe goed bedoeld, zijn bijna onbarmhartig. In zo'n situatie is het goed af te vragen wat Christus zou doen. Hij zou die persoon in ieder geval zeer nabij zijn. Die nabijheid in trouw en liefde. daar gaat het om," aldus Van Andel. 24-12-2009 | auteur: Jeffrey Schipper | copyright: www.cip.nl |
De mening van.... >