Waarom Diederik Stapel van ons de kansel mag bestijgen

Geplaatst 8 nov 2013 08:08 door De Stadslamp Amsterdam
Karel Smouter en Suzan Doodeman. 7-11-2013. Bron: NRC-Next.

We hangen publieke boosdoeners meestal aan de hoogste boom om het daar vervolgens bij te laten. Is dat wel zo verstandig? Suzan Doodeman en Karel Smouter pleiten voor méér genade. Voor eigen bestwil, overigens.

Het was een opmerkelijk detail in de publieke schuldbekentenis van ex-neuroloog Ernst Jansen in de nrc.next van 29 oktober. Niet slechts de rechtbank boezemde hem angst in. Niet alleen de confrontatie met zijn slachtoffers bezorgde hem slapeloze nachten. Nee, ‘Dokter Bibber’ vreesde ‘de media’ nog het meest.

Talloze publieke boosdoeners gingen de falende dokter voor in hun mediavrees. Geen wonder: we hebben de neiging hen tot voorwerp te maken van een dagje collectieve opwinding en het daar vervolgens bij te laten. Zo blijven ze voor altijd publieke paria’s. Op internet blijft immers het schandaal over, terwijl de nuances – bijvoorbeeld het persoonlijke drama – allang verloren gegaan zijn. Het web vergeeft niets of niemand.

Dit najaar trokken wij in het kader van Preek van de Loser een tijd op met nog zo’n wandelend schandaal: Diederik Stapel. Iemand die volgens de intellectuele goegemeente geen andere stoel verdient dan de leunstoel in zijn eigen woning. En daar vervolgens vooral op moet blijven zitten. In dit stuk bepleiten we iets anders: hij moet een leerstoel aan een universiteit krijgen.

Nu vinden wij Diederik Stapel niet per se zielig. De man heeft willens en wetens zijn eigen misère veroorzaakt. We vinden niet dat die misère voor eeuwig hoeft te duren. Toch is de reden waarom we een tweede kans voor Stapel bepleiten een andere dan zijn gemoedsrust, zijn gekrompen vriendenkring of zijn verdwenen carrièreperspectief.

Dit is ons punt: we doen onszelf tekort als we hem voor eeuwig uit het publieke leven blijven weren. We lopen namelijk een heleboel wijsheid mis wanneer we met een grote boog om zo’n figuur heen blijven lopen. De publieke veroordeling die Stapel wachtte na zijn ontmaskering, berooft ons van de mogelijkheid om van hem te leren.

Dat is opmerkelijk. Op andere fronten leren we maar wat graag van professionele boosdoeners. De politie leert huizen te beveiligen door inbrekers in te schakelen. De beveiligingsbranche leert kluizen dicht te houden door gerenommeerde krakers tegen betaling een gat te laten schieten in hun systemen. De IT-branche huurt hackers in om hun systemen veilig maken. Wat zou Stapel dan voor zijn voormalige universiteit kunnen betekenen?

Hij zou om te beginnen zijn levenslessen kunnen delen met studenten. Stapel was gedurende zijn carrière in de ban van de zoektocht naar de perfecte redenering. De theorie die alles zou verklaren. Hij werd een meester in het ontrafelen van de psyche van onze maatschappij, met steeds verbluffend coherente sets aan data als bewijs. Als wij het voor het zeggen hadden zouden we hier direct een leerstoel voor in het leven roepen en Stapel tot bijzonder hoogleraar ‘Grenzen van de wetenschap’ promoveren. Wie anders dan kan Stapel zelf kan studenten laten zien wat de kracht, maar ook de beperkingen en valkuilen van de wetenschappelijke methode zijn?

Ook kan Stapel studenten helpen om vruchtbaar om te leren gaan met de ervaring van mislukking en het maken van fouten. Daar heeft elke student baat bij. Ook in het werkende leven wordt persoonlijk falen namelijk vaak nogal genadeloos afgestraft. Collega’s die door hun manager naar de uitgang zijn gedirigeerd, krijgen na hun vertrek ineens de schuld van alles wat er op die afdeling mis was. Terwijl geen mens toch een eiland is, en zowel onze successen als ons falen het gevolg zijn van de kracht van de groep waarin we werken.Net zo is het vaak moeilijk elkaar op fouten aan te spreken. Hoe vaak gebeurt het niet dat men pas bij een exitgesprek écht eerlijk tegen elkaar is?

Als op de werkvloer alleen het oordeel heerst, blijft de cultuur waarin een fout of mislukking tot stand komt onveranderd. En dat is jammer. Een bedrijf in een krimpende branche kan bijvoorbeeld veel leren van een mislukt project. Niet zelden zitten in die mislukking de ingrediënten voor een volgend recept, dat mogelijk wél slaagt. Failing forward, zeg maar.

Daarnaast zouden journalisten anders moeten schrijven over publieke boosdoeners. Door het kwaad niet slechts bij de ontspoorde enkeling, maar in zijn context te laten zien. En door persoonlijke tragedies te beschouwen als precies dat: tragedies. Tragedies die hoogstens laten zien dat er – in de woorden van T.S. Eliot – geen enkel systeem bestaat waarin niemand meer goed hoeft te zijn. De eerder genoemde dokter Jansen zal voor de rechtbank verantwoording van zijn daden afleggen. Dat is precies hoe het hoort te zijn. Daar hoeven journalisten echt geen stigma’s als ‘horrordokter’ of ‘dokter Bibber’ aan toe te voegen.

Natuurlijk, we zien ook de tegenwerpingen wel. Zoals het aloude adagium ‘wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten’. Maar hoe lang moet iemand eigenlijk op zijn blaren zitten? En voor wie? En bovendien: als we onze omgang met gemaakte fouten beperken tot een afrekening met het individu dat die fout gemaakt heeft, dan laten we ook de gemeenschap waarin die fouten gemaakt zijn buiten beschouwing. Ook dat leert Diederik Stapel ons. Zijn fraude heeft het falend toezicht van een heel vakgebied aan het licht gebracht.

Maar een leerstoel? Echt? Het zal de meesten wat al te drastisch zijn. Wees gerust: wij zijn geen rector magnificus, dus we gaan er niet over. Wat we wel kunnen doen: de kansel van de Singelkerk, waar jaarlijks prominente leken een preek houden, voor hem openstellen. Daar zal hij naast zijn preek een voorproef geven van De Fictiefabriek, het toneelstuk waarmee hij in 2014 samen met A.H.J. Dautzenberg door het land gaat trekken.

Waar anders dan in de kerk kan iemand vergeving en een tweede kans ontvangen? Waar anders kunnen we terecht om ons te oefenen in een houding die niet het oordeel maar juist het principe van failing forward als uitgangspunt neemt? De enige échte fout is namelijk te vergeten een les te trekken uit een faliekante mislukking.

Karel Smouter is als journalist verbonden aan De Nieuwe Koers en De Correspondent. Suzan Doodeman is geestelijk verzorger en vanuit bureau ‘Van Nes & Co’ organisator bij de Preek van de Loser. Op 10 november betreedt Diederik Stapel de kansel van de Amsterdamse Singelkerk. De deur gaat 16:30 open en de entree is gratis. Zie voor meer informatie www.preekvandeloser.nl.
Comments