Een persoon, kerk of activiteit uit christelijk Amsterdam belicht. |
Onder de lamp
Tot Heil des Volks: ‘Christen-zijn is voor mij: gaan voor de gebroken mens’
ND, 13-1-2018. De aanstelling van dominee Gert Hutten als directeur van Stichting Tot Heil des Volks ging gepaard met veel onrust. Nu het wat rustiger geworden is, blikt hij terug en vooruit. ‘Wij staan in een traditie van eenvoudige vroomheid.’ De activiteiten van de stichting Tot Heil des Volks (THDV) lijken op het eerste gezicht een ratjetoe: werk onder prostituees, verslaafden, daklozen en kinderen in armoede, hulp aan mensen met homoseksuele gevoelens, en het runnen van twee hostels en een vakantiepark. Toch loopt er een rode draad door al die activiteiten, zegt directeur Gert Hutten. ‘In al onze activiteiten zetten we Jezus centraal en speelt vrijheid een belangrijke rol.’ De oude drieslag ‘evangelisatie, profetisch geluid en hulpverlening’ is daarom nu verwoord in een motto: ‘Zie Jezus, leef vrij.’ Tot Heil des Volks is een van de oudste christelijke organisaties in Nederland met wortels in het 19e-eeuwse Réveil (zie kader). De afgelopen tijd bezon de organisatie zich opnieuw op haar identiteit. Aan de reflectie ging een crisis vooraf.De aanstelling van dominee Gert Hutten als directeur van Stichting Tot Heil des Volks ging gepaard met veel onrust. Nu het wat rustiger geworden is, blikt hij terug en vooruit. ‘Wij staan in een traditie van eenvoudige vroomheid.’ De activiteiten van de stichting Tot Heil des Volks (THDV) lijken op het eerste gezicht een ratjetoe: werk onder prostituees, verslaafden, daklozen en kinderen in armoede, hulp aan mensen met homoseksuele gevoelens, en het runnen van twee hostels en een vakantiepark. Toch loopt er een rode draad door al die activiteiten, zegt directeur Gert Hutten. ‘In al onze activiteiten zetten we Jezus centraal en speelt vrijheid een belangrijke rol.’ De oude drieslag ‘evangelisatie, profetisch geluid en hulpverlening’ is daarom nu verwoord in een motto: ‘Zie Jezus, leef vrij.’ Tot Heil des Volks is een van de oudste christelijke organisaties in Nederland met wortels in het 19e-eeuwse Réveil (zie kader). De afgelopen tijd bezon de organisatie zich opnieuw op haar identiteit. Aan de reflectie ging een crisis vooraf. |
In gesprek met Willemien van Berkum
![]() Willemien van Berkum (33) is buurtdominee in Amsterdam Oud-West. Met die taak is ze als predikant met een bijzondere opdracht verbonden aan de pioniersplek Heilig Vuur West. Haar bachelor deed ze aan de Theologische Universiteit Kampen, haar master met predikantsopleiding aan de Vrije Universiteit. Verder is Willemien coördinator van Bridging Gaps, een programma waarbij buitenlandse theologiestudenten drie maanden aan de Vrije Universiteit komen studeren. gezondheid ‘Ik ben goed gezond. Ik heb nog nooit te maken gehad met een ziekte of een ongeluk, daarin voel ik me gezegend. Ik doe niet heel erg mijn best om gezond te blijven, maar ik beweeg veel. In Amsterdam is een auto onpraktisch, dus ik fiets al snel een uur per dag. Ik eet redelijk gezond, al snoep ik misschien ietsje te veel. Ik kom weer helemaal tot rust op dinsdagavond, dan zing ik in het VU Kamerkoor. Ik woon in een leefgemeenschap waar we elke dag met een klein moment van gebed en Bijbellezen beginnen. Dat doet mij enorm goed. Het geeft energie, terwijl je tegelijkertijd ’s morgens al tot rust mag komen. Ik vind het ook ontspannend om te lezen of tv te kijken, maar meestal ben ik ’s avonds weg voor mijn werk. Gelukkig heb ik heel veel plezier in mijn werk.’ geloof ‘Het geloof betreft mijn hele leven. Het betekent dat ik op God vertrouw en niet op eigen kunnen of op mensen om mij heen. Dat geeft me ook heel veel vertrouwen in de dingen die ik doe, want God is er altijd bij. Daarin speelt Jezus ook een rol, alleen al in alle voorbeelden die Hij heeft gegeven. Bij al mijn tekorten is het zo dat Jezus in liefde volhield tot over de dood heen. Daaruit haal ik elke dag mijn kracht. In mijn werk speelt het geloof een belangrijke rol. Niet alleen voor de mensen in de kerk, maar ook als uitstraling naar de samenleving. Wij zoeken altijd de verbinding. De kerk is veel meer dan alleen op zondag daar zitten, het gaat om het hele leven eromheen. De grens tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ is vervaagd bij Heilig Vuur West. De ene keer hebben we een viering op zondag, en dan weer samen een maaltijd. Dat is voor mij allemaal kerk.’ |
Roel Kuiper in Amsterdam-Noord: We bidden niet om geld maar om christelijke gezinnen
![]() ‘We bidden niet om geld, maar om christelijke gezinnen. Daaraan is hier gebrek’, zegt Roel Kuiper (55). Hij woont in een woongemeenschap in Amsterdam-Noord en is rector aan de Theologische Universiteit Kampen en fractievoorzitter van de ChristenUnie voor de Eerste Kamer. Kuiper is getrouwd met Tjitske en heeft vier kinderen en drie kleinkinderen. geloof ‘God is er altijd geweest in mijn leven en ik kan me geen leven voorstellen zonder Hem. Hij maakt zijn beloften waar en zijn genade is werkelijk het fundament van mijn leven. Ik heb een diep vertrouwen dat het goed komt met de wereld en met wie Jezus volgen, hoe gebrekkig dat laatste ook gebeurt. God leidt en zorgt. Word ik onrustig van alles wat ik zie of lees, dan vind ik troost en rust bij de woorden van God. In mijn studententijd dacht ik weleens: is het nu allemaal wel waar?, maar ik heb nooit de band met God verloren. Ik houd van de Bijbel. Het is het levende Woord van God, onuitputtelijk, verrassend en nieuw, daar leef ik mee. We zijn betrokken bij de Oosterparkkerk (GKv) in Amsterdam, maar zijn ook actief bij Hoop voor Noord (CGK), een missionaire, multiculturele kerk.’ geld ‘Geld op zichzelf houdt me niet bezig, maar wat je met geld kunt doen des te meer. Toen ik jonger was, zag ik het slechts als voorwaarde voor bestaan: vervelend als het er niet is, fijn als je het hebt. Maar als je geld hebt, moet je erover nadenken als een gave die je van God krijgt. Geld kan tot geestelijke rijkdom leiden als je deelt. Dat is een mooie wet in Gods Koninkrijk. Offer in geloof en je zult zien wat God ermee doet. Wij proberen gevend te leven en zo veel mogelijk van ons bezit te delen. We zien hier in Amsterdam-Noord ook wat armoede met mensen doet. We bidden overigens niet om geld, maar om christelijke gezinnen. Daaraan is hier gebrek. Voor mijzelf koop ik graag boeken. Ik kocht pas het laatste boek van de filosoof Ger Groot: De geest uit de fles. Hoe de moderne mens werd wie hij is.’ geluk ‘Ons huis heet ‘Good Luck’. Die naam stond er al op toen we hier met veertien mensen een woongemeenschap zijn begonnen. Iemand vroeg of we dat niet moesten veranderen: goed geluk, is dat niet erg oppervlakkig? Wij zeggen dan altijd dat we een christelijke betekenis aan die naam willen geven. Geluk is een diep menselijk verlangen. Geluk vinden we bij God alleen. Daarmee verbonden zijn, ook via onderlinge relaties, geeft geluk. Dit is het grootste deel van een artikel dat verscheen in het Nederlands Dagblad. Lees het hier (gratis) |
Youhthhostel De Shelter: "In dit hostel komen meer mensen tot geloof dan in menig kerk"
![]() Veel mensen checken in bij de Shelter in Amsterdam (een project van Tot Heil des Volks) zonder dat ze weten dat het hostel christelijk is. Het zijn dronken Ieren, wilde Italianen, serieuze moslims – of iets er tussenin. “Sommige mensen schrikken even als ze zien dat het christelijk is, maar meestal houden ze er een goede ervaring aan over en zien ze een goede kant van christenen”, vertelt Timo van Ruiswijk, supervisor schoonmaken bij Shelter Amsterdam. De Shelter hostels werken eigenlijk hetzelfde als iedere ander hostel. Voor een prikkie kun je er overnachten. In de avond zijn er allerlei dingen te doen. In dit geval hebben deze een connectie met het geloof. Als er een gezamenlijke maaltijd wordt gehouden wordt er gebeden en deelt iemand iets over het geloof. Als er film wordt gekeken met gasten dan heeft dit raakvlak met het christelijk geloof. En alles op een vrijblijvende manier. Tienduizenden mensen hebben op die manier al over het christelijk geloof gehoord in de Shelter hostels. En velen zijn er tot geloof gekomen. Van Ruiswijk vertelt hoe hij als ‘supervisor’ veel waarde eraan hecht om het geloof te delen binnen zijn werk. “Ik heb daar altijd een passie voor gehad. Dat komt omdat het me raakt, het is zo belangrijk in mijn leven. Vaak is het een logisch gevolg dat je het vervolgens wil delen met anderen. Het geloof blijft ook altijd spannend, het is een mysterie. Elke keer verandert het seizoen waar je in zit. Dat denk je het ongeveer wel te weten – en dan kom je in een hele andere fase waarin je weer nieuwe dingen moet leren.” Lees verder op CIp.nl |
Portret Margrietha Reinders: Het lef om weerloos te zijn
![]() Margrietha Reinders (57) is voorganger in Betondorp, een buurt in het Amsterdamse stadsdeel Oost. Daarvoor werkte ze vier jaar in de Amsterdamse buurt Oud-West. Ze kreeg destijds de opdracht van de Protestantse Kerk in Amsterdam om op een nieuwe manier een christelijke gemeenschap te vormen. Ze bracht mensen bij elkaar in een klein kroegje. Ze groeide op in Suriname. Op haar negentiende ging ze in Groningen theologie studeren. Als je haar tegenkomt, zou je niet zeggen dat ze dominee is. Margrietha Reinders heeft haar voeten met roodgelakte teennagels gestoken in zwarte glitterslippers. Haar zachte stem heeft iets ontwapenends. Af en toe, als ze de ruimte krijgt, begint ze te preken. Vurig en scherp, om vervolgens lachend een hand voor haar mond te slaan en zich te verontschuldigen. ‘Nu zit ik weer enorm te redekavelen.’ |
Moses Alagbe: Missionair? Ga lekker voetballen
![]() Heeft de kerk in Nederland nog toekomst? En is ‘protestants’ straks nog een belangrijk begrip? Voorgangers en bekende kerkleden blikken vooruit, en vertellen over wat de kerk voor hen persoonlijk betekent. Vandaag: Moses Alagbe. Amsterdam Waar moet je uw gemeente Maranatha Community Transformation Center plaatsen op de kerkelijke kaart? ‘Ik weet het niet precies en ik vind het niet belangrijk. Mensen van allerlei stromingen doen bij ons mee. Prachtig, toch? We hoeven niet te streven naar één instituut. Daar hangt de eenheid van het lichaam van Christus niet vanaf. De eenheid komt wel onder druk als mensen elkaar gaan bestrijden in naam van hun denominatie. Wij willen een beweging zijn. De kerk begon ook als een beweging. Maar ze werd een instituut. Met regels, een bestuur, een hiërarchie, vastgelegde vormen. Daar ging het mis. Laten we teruggaan naar het begin. Een gemeenschap van Jezusvolgelingen zijn, levend uit hetzelfde evangelie. Welke vormen je kiest, zal mij dan eerlijk gezegd een zorg zijn. Ik noem mijzelf meestal geen christen, laat staan protestants, of anglicaans (daar liggen mijn wortels), of evangelisch, of pentecostaal. Aan al die namen kleeft dat hele instituut dat mensen zo vaak als liefdeloos en onvrij hebben ervaren. Ik noem mij Jesus follower, volgeling van Jezus.’ Lees het heel interview op ND.nl ( betaald) |
Via Nova: een klein, kwetsbaar groepje in Amsterdam (video)
![]() Een eigen kerkgebouw heeft Via Nova niet. De samenkomsten –zondagsmorgens om elf uur– en doordeweekse activiteiten worden gehouden in het LolaLuidgebouw in Amsterdam-Slotervaart. Deze vroegere school fungeert sinds januari als „broedplaats” voor allerlei stichtingen, winkeltjes, yogaclubs, artiesten. „En sindsdien zitten wij hier ook”, zegt Gert-Jan Roest, terwijl hij via de brede trap naar binnen loopt. „Daar, rechts, de theaterzaal, is onze kerkruimte.” Via Nova –letterlijk: nieuwe weg– is een van de zendingsgemeenten binnen de CGK. Roest is er sinds het allereerste begin bij betrokken, de laatste jaren als evangelist naar artikel 4 van de kerkorde – wat inhoudt dat hij binnen déze gemeente mag voorgaan en de sacramenten bedienen. De wortels van Via Nova liggen in de christelijke gereformeerde kerk in Amsterdam, de huidige Amstelgemeente. Deze kleine cgk maakte in 2001, met de komst van dr. S. J. Wierda, een doorstart. „Een jaar later ben ik er begonnen”, zegt Roest. „Samen met een stagiair, Carlo de Waal –die later Stichting Present Amsterdam heeft opgericht– zijn we toen, onder meer aan de hand van interviews, gaan nadenken over het opzetten van een gemeentestichtingsproject. Dat werd Via Nova. Met Pasen 2006 konden de eerste samenkomsten worden gehouden, in de Vondelkerk in het centrum. In het begin maandelijks, later elke week.” Dat was dus tien jaar geleden. Komende zaterdag en zondag staat Via Nova stil bij haar jubileum. Grote woorden worden er in de uitnodigingsmail niet gebruikt. „We kijken terug en beseffen: we zijn een klein en kwetsbaar groepje. Veel hebben we Amsterdam niet te bieden. Er ging bovendien van alles mis. Toch zijn we dankbaar voor de manier waarop God ons heeft gebruikt de afgelopen 10 jaar. We mochten vertellen over Jezus. We dienden de stad. Mensen kwamen tot geloof.” Kunt u beide kanten wat toelichten? „Laat ik met het positieve beginnen. We zijn heel dankbaar dat er mensen met een seculiere achtergrond mochten worden gedoopt. Of dat mensen die als kind met het christelijk geloof waren opgegroeid maar dit waren kwijtgeraakt, tot vernieuwing van hun geloof kwamen. En met een heel aantal zoekers hebben we twee à drie jaar opgetrokken. Ze vertellen ons dat dit hen enorm heeft geraakt, geïnspireerd. Dat een groot deel van deze groep de uiteindelijke overstap niet heeft gemaakt, is tegelijk ook waar. Daar liggen voor mij ook allerlei vragen.” Zoals? „Je blijft jezelf de vraag stellen wat de oorzaak is. We proberen steeds weer manieren te vinden die aansluiten bij mensen, willen alle mogelijke obstakels uit de weg ruimen – op dat van het kruis na. In die zin deed het me wel goed wat laatst iemand tegen me zei. We hadden zeven avonden belegd als een soort oriëntatiecursus, we doen dat één à twee keer per jaar. De vijfde avond zou het over het kruis gaan. Diegene zei toen: „Alles wat mij irriteert aan het christelijk geloof, komt in deze avond samen.” Ik dacht: Gelukkig dat we dát obstakel niet uit de weg blijken te hebben geruimd.” Zag u de bezoekersaantallen door de jaren heen sterk schommelen? „We groeien nog steeds. Maar inderdaad: het aantal bezoekers schommelt. We zijn inmiddels wel een gezinskerk geworden: mensen die eerst nog alleen of samen kwamen, kregen kinderen. Dat heeft ook wel weer gevolgen: zij verhuizen soms weer. Op dit moment hebben we zeventig volwassen deelnemers, oftewel leden, en dertig kinderen. Die zijn er zondags niet altijd, het gebeurt ook dat we hier met 45 volwassenen zitten. Naast de deelnemers kennen we nog de betrokkenen: zij tonen wel interesse, maar komen nog niet tot de stap om zich aan te sluiten. Laatst hebben we gevraagd wat mensen nu van onze diensten vonden – we waren daar na tien jaar wel benieuwd naar. Een paar kernwoorden: eigentijds en toch prikkelend; er is ruimte voor twijfel maar ook een heldere lijn; en creativiteit, met muziek en verbeelding, wordt gewaardeerd. En: het geloof krijgt praktisch gestalte, onder andere in het buurtwerk. Dat klopt, er gebeurt echt veel, samen met andere kerken in de stad. Sinds twee jaar kennen we een studentenpastor, Maarten Vogelaar, die veel doet onder studenten op de Vrije Universiteit. Hij heeft inmiddels ook ingangen in debatcentrum De Rode Hoed.” Er ging ook van alles mis, schreef u. „We zijn kwetsbaar. Dat is allereerst een feitelijke observatie: we zijn een kleine groep, en in financieel opzicht niet zelfvoorzienend. We bevinden ons eigenlijk nog steeds in de opbouwfase. Maar er gingen ook zaken niet goed, en dan denk ik onder andere aan de dingen die geleid hebben tot de afzetting van Siebrand Wierda als predikant, twee jaar geleden. Hij is daar zelf heel open over, vandaar dat ik het ook noem. Siebrand is trouwens nog steeds betrokken bij Via Nova, zaterdag zal hij ook het woord voeren en terugblikken op de geschiedenis. Zulke dingen grijpen in. Anderzijds: Via Nova had weleens het imago dat het allemaal een groot succes was. En natuurlijk, niemand hangt graag de vuile was buiten. Maar ook Via Nova wordt gevormd door ménsen, die het van genade moeten hebben.” Op pastoraal en diaconaal terrein zult u eveneens met moeilijke dingen te maken krijgen. Weleens de moed laten zakken? „O zeker. Ik ben zo iemand die overal diep doorheen gaat. Minstens één keer per jaar heb ik de neiging om mijn koffers te pakken: wegwezen hier. Maar het volgende moment denk je dan: Wat een prachtig werk toch. Zeker als je een pastoraal hart hebt, kríjg je hier ook veel energie.” Roest hoopt op 6 juli aan de VU te promoveren op een dissertatie over „het Evangelie in de westerse context.” Belangrijke vraag daarin is die die de anglicaanse zendingstheoloog Lesslie Newbigin eens stelde: „Kan het Westen bekeerd worden?” Aan de hand van de theologen Hendrikus Berkhof en Colin Gunton komt Roest tot een eigen benadering: de Evangelieverkondiging dient veel meer rekening te houden met het feit dat de westerse, postchristelijke cultuur een „schaamtecultuur” aan het worden is, met haar eigen „afgoden.” „Luthers vraag: „Hoe krijg ik een genadig God?” speelt voor de seculiere mens geen enkele rol meer. In deze tijd gaat het veel meer om vragen rond macht en machteloosheid, schaamte en eer, angst en hoop. En om nieuwe spiritualiteit, yoga, mindfulness. Misschien laat de Geest vandaag daarom andere aspecten van Jezus’ werk oplichten – en moeten wij dat ook doen.” Uw stellingname roept herinneringen op aan de bekende gedachtewisseling tussen Gereformeerde Bondsvoorzitter ds. G. Boer en prof. Berkhof, in 1956. Boer stelde dat in welke cultuurfase we ons ook bevinden, de schuldvraag dé grondvraag blijft. „Wie voor God staat, blijft alleen de schreeuw om genade over.” „Op dit punt kan er snel miscommunicatie ontstaan. Ik ontken de diepste geestelijke realiteit van zonde en genade niet, en al zouden zoekers deze vraag niet als hun vraag hebben, dan nog weten we dat als de Geest hen leidt, ze deze noties wel leren kennen. Waar het mij om gaat, is wat contextualisatie wordt genoemd. Luthers vraag is er een die kenmerkend was voor de westerse cultuur in zíjn tijd, waarin schuldgevoelens wijd verspreid waren. De huidige tijd is een andere. Daar moet je dan ook anders mee omgaan. Toen zendelingen in Japan, ook vanuit de reformatorische traditie, er achter kwamen dat de Japanse cultuur een volstrekt andere is dan de westerse, een echte schaamtecultuur, pasten zij hun boodschap aan, en terecht.” Wie de recente kerkgeschiedenis van Amsterdam bestudeert, komt nogal wat evangelisatieprojecten tegen. Dr. J. J. Buskes zette zich er in zijn tijd voor in; in 1972 was er de grote actie Kruistocht. Het lijkt alles tot mislukken gedoemd. Is er hoop? „Absoluut. Maar wat bedoelen we met mislukken? Er zijn zendelingen geweest, in Afrika, in het Midden-Oosten, die amper vrucht zagen op hun werk, en een of twee generaties later kwamen er alsnog tal van mensen tot geloof. Een kleine minderheid die trouw is aan het Evangelie, die wat uitstraalt naar zijn omgeving, die laat zien wat hulpbetoon is, heeft misschien ook wel meer kracht dan een grote meerderheid die lauw is. En: kijk hoe God in andere delen van de wereld aan het werk is. Daar gebeuren ongelooflijke dingen.” Tijdens het ”Via Novafestival”, zaterdag, blikt u ook vooruit. Hoe ziet u de toekomst van de kerk? „Onlangs was ik bij een bijeenkomst waarop Theo Visser van ICP, International Church Plants, sprak. Volgens hem had je in de geschiedenis eerst de kerk 1.0: mensen kwamen samen in groepjes, in huiskamers. Vervolgens kwam de kerk 2.0: er kwamen kerkgebouwen, enorme kerkgebouwen. En zo langzamerhand gaan we toe naar kerk 3.0. Sommigen verwachten dat dat een soort terugkeer naar 1.0 is: de kleine groepjes, de huiskamers. Zelf denk ik dat we voorlopig ook nog wel in kerkgebouwen zullen samenkomen, op zondag. Maar dat, zeker in de steden, de kleinere groepjes een belangrijke rol gaan spelen, zie ik ook. Groepjes mensen die vanuit de navolging leven, hun maskers hebben afgedaan, dienstbaar en vrijgevig zijn. Die kunnen toch impact hebben op hun omgeving.” Gert-Jan Roest Gert-Jan Roest (50) is sinds het begin, rond 2002, betrokken bij Via Nova in Amsterdam. Op dit moment is hij voor 50 procent van zijn tijd voorganger van deze zendingsgemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarnaast is hij onder meer docent aan de Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Roest groeide op in Baarn, waar hij behoorde tot de christelijke gereformeerde kerk. Woensdag 6 juli hoopt hij aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam te promoveren op het proefschrift ”The Gospel in the Western Context”. In de inleiding daarop schrijft hij dat onder de bediening van „een zeker predikant” –ds. R. van Beek uit Baarn– zijn ogen werden geopend „voor de schoonheid van het Evangelie en de werkelijkheid van Jezus.” Later kwam er de vraag hóé dit Evangelie te verkondigen in de huidige cultuur. In de jaren negentig werkte hij een tijdlang voor de evangelicale zendingsorganisatie Operatie Mobilisatie in Rusland. Roest, woonachtig in Amsterdam, is gehuwd en heeft twee kinderen. |
Samuel Lee, bruggenbouwer in de Bijlmer
![]() Samuel Lee is opgegroeid in een islamitisch land, in een seculier gezin. In een hotelkamer hoorde hij Jezus tot hem spreken en werd een felle pinksterman. Een tweede ommekeer verandert opnieuw zijn denken over het geloof. In Amsterdam-Zuidoost leidt hij een online opleiding voor voorgangers. Samuel Lee heeft, als directeur, een eigen kantoortje, in de onderwijsinstelling die hij oprichtte in 2006. Het is de Foundation University, gevestigd in Amsterdam-Zuidoost. Door de gangen van deze vrij onbekende christelijke onderwijsinstelling lopen vandaag geen studenten. Op andere dagen ook niet, tenminste niet zo vaak. Want de studenten, zo’n tweehonderd in getal, wonen verspreid over de wereld. Ze zijn ook van alle leeftijden. Ze studeren ‘in Amsterdam’ via internet. Wie is de man achter deze ‘university’? Wat drijft hem? Als het hard waait, klinkt er een lage, melodieuze fluittoon door zijn kantoortje. Het is de wind, die in de Bijlmer waait waarheen hij wil. Deze soundtrack past bij deze gedreven pinksterchristen. Aan de muur: getuigschriften en foto’s van moeder Teresa. Samuel Lee laat zich kennen als een beweeglijke, luide, daadkrachtige, gastvrije man. Hij groeide op in een islamitisch land. Om veiligheidsredenen zegt hij daar verder niks over. ‘Mijn opvoeding was seculier. Ik was me al jong bewust van mezelf en de wereld om me heen. Toen ik zeven was, kreeg ik van een oosters-orthodoxe schoolvriendje een plastic kruisje. Mijn ouders keurden die vriendschap goed, en zijn geloof intrigeerde me wel.’ Op zijn vijftiende arriveert Samuel in Nederland. Over het hoe en wat kan hij zich opnieuw niet uitlaten. |
Paul Visser: "God doet in Amsterdam het onmogelijke"
![]() "God doet in Amsterdam het onmogelijke" "Amsterdam is onbeschaamd goddeloos. Er zijn veel mensen die er totaal niet mee zitten dat ze niks met God hebben. Ze nemen alle ruimte om te zijn wie ze zijn. Het mooie is, dat ik ook mezelf kan zijn. Ik kan gerust met iemand in het café zitten en daar bidden of Bijbellezen. En dan zie ik dat God werkt," zegt ds. Paul Visser in gesprek met Jan van den Bosch. "God heeft mij naar Amsterdam geroepen met een belofte uit het verhaal van Gideon, een richter in Israël. Het volk van God werd door de Midianieten overlopen. Op geestelijk gebied is het in Amsterdam ook een kwestie van overleven. 'Ik kan niet tegen die overmacht op,' zei Gideon. Dat herken ik heel erg. Als mensen de Noorderkerk binnenlopen, ontroert het mij. Dan denk ik: 'God, U leeft!' God doet het onmogelijke, net als bij Gideon." Bekijk de video: |
VU komt met opleiding voor migrantenpastor
![]() Er komt een nieuwe academische opleiding voor toekomstige pastors en kerkleiders onder migranten. Den Haag Het Centrum voor Migrantenkerken en Theologie, een samenwerkingsverband van de Vrije Universiteit en migrantenkerkenkoepel Samen Kerk in Nederland (SKIN), slaan de handen ineen: in september begint een opleiding voor migrantenpastors. Peter Roelofsma, universitair docent aan de VU is een van de initiatiefnemers. Hoe is het idee ontstaan om specifiek voor migranten een opleiding te starten? ‘Ik heb zelf een Indonesische achtergrond. Er zijn oudere migrantengroepen uit Indonesië, Suriname, de Molukken, die veel herkenning bij elkaar vinden. Ook met recenter geëmigreerde groepen uit andere landen voelen wij verwantschap. Het idee van deze opleiding kwam op, en op een gegeven moment zeiden we: we gaan het gewoon doen. Tot mijn verbazing was er binnen een paar maanden veel draagvlak voor het idee bij een groot aantal kerken die bij het SKIN zijn aangesloten.’ |
1-10 of 100