‘Wat hebben we anders gedaan dan onze bewogenheid met medemensen en onze gastvrijheid uit te leven? We hebben gehandeld met de gaven die we van de Geest hebben ontvangen.’ Een typerend antwoord, als je Peter Smits vraagt naar de 18 jaar waarin hij samen met zijn vrouw Conny missionair werk deed in Amsterdam. Niet te veel ophef graag; er is al zoveel ketelmuziek rond ‘gemeentestichting’. Een verhaal over een gezegende zoektocht. We spreken elkaar na een paar hectische dagen. Afgelopen woensdag rondde hij zijn theologische studie af, zaterdag was er een afscheidsbijeenkomst met tal van gemeenteleden, familie, vrienden en relaties. En gisteren de dankdienst in een uitpuilend ‘Hebron’, het wijkgebouw dat zoveel jaar de werkplek was van Peter en Conny. Op tafel ligt een zilverkleurig boek met foto’s en teksten van alle gemeenteleden van ‘Hebron’. “Ik ben dankbaar dat ik me al die jaren door jullie heb kunnen laten inspireren”, schrijft iemand. Een ander: ‘In Hebron ontdekte ik keer op keer: onze God leeft!” Een collega: “Jullie hebben ons zeker geïnspireerd om in Amsterdam te willen blijven.” Bladerend door het boek zie je rasechte Amsterdammers naast mensen uit alle windstreken. In de afscheidsdienst zei Peter dat Hebron iets heeft van een ‘huis van gebed voor alle volken’. Citaat: ‘In de afgelopen jaren hebben we dat in Hebron wáár zien worden. En op deze dag van afscheid besef ik eens te meer, dat God aan het woord is als Hij zegt: Mijn huis. In Hebron was tientallen jaren geleden de deur dicht gedaan omdat het erop leek dat de kerk in de Spaarndammerbuurt zijn tijd wel had gehad. Het leek over en uit. Maar God heeft laten zien: dit is Mijn huis. Hij heeft het zelf als het ware opnieuw opgebouwd, en we herkennen er vandaag inderdaad een huis van gebed voor alle volken in! Indonesië, Irak, Libanon, Egypte, Uganda, Ghana, Marokko, Suriname, Colombia, Ecuador, Peru, Chili, Curacao, Nederland, Duitsland, Hongarije... ‘ Na afloop zei een Colombiaanse vrouw: ‘Jullie (Peter en Conny) zijn niet, zoals andere Nederlanders nieuwsgierig naar andere culturen, jullie hebben liefde voor die culturen.’ Verwondering Achttien jaar geleden kwamen Peter en Conny met hun vier kleine kinderen naar Amsterdam. ‘Ik was nog groen’, grapt hij, ‘ook al omdat ik aan de landbouwhogeschool had gestudeerd en zeven jaar had gewerkt als docent plantenteelt.’ Zonder de vereiste opleiding, met veel liefde en gedrevenheid stortte hij zich op het werk. ‘Het evangelisatiewerk vond als het ware meer in ‘verdunde’ vorm plaats, omdat het werkterrein van de Noorderkerkgemeente zowel de Jordaan als de Spaarndammerbuurt omvatte. De ontmoeting met multicultureel, multireligieus Amsterdam verliep in de eerste jaren vooral via onze directe woonomgeving in de Bijlmer. Na vijf jaar kregen we de kans om boven ‘Hebron’ te gaan wonen. Daarmee werd een belangrijke wissel omgezet: vanaf dat moment vielen ons werk en leven veel meer samen. Een echtpaar uit de Noorderkerk dat ons in al die jaren heeft bezig gezien, schreef ons ter gelegenheid van het afscheid: “Jullie waren mensen die op het juiste moment op de juiste plaats waren.” Zelf kijken we er in verwondering op terug: God heeft in alle dingen voorzien. Toen we met zes kinderen - waarvan de oudsten in de tienerleeftijd - uit onze woning dreigden te groeien, kwam de bovengelegen woonverdieping vrij. God voorzag ook in medewerkers, talentvolle vrijwilligers die zich aandienden en bij het missionaire werk in Hebron betrokken raakten.’ In de loop van de jaren tekende zich de ontwikkeling af die was beoogd en waar op was gehoopt: het aandeel vrijwilligers uit de ‘moedergemeente’ (de Noorderkerk) daalde, ten gunste van het aandeel leden van de Hebrongemeenschap. ‘Het zegt ook iets over het vertrouwen dat de kerkenraad van de Noorderkerk ons gaf. Ze durfden de gemeenschap die onder haar vleugels was ontstaan uit handen te geven, om haar een eigen weg te laten gaan.’ Gemeentevorming ‘Hebron’ was een vorm van ‘gemeentestichting’ avant la lettre. Nog voordat de hausse aan ‘church plants’ ontstond, in 2001, zette Peter eerste aarzelende aanzetten op papier. ‘Mijn voorganger, Ad Verwijs, mocht dan naar Colombia zijn gegaan om daar ambtsdragers toe te rusten bij gemeentevorming – voor ons was het in de Nederlandse context allemaal nieuw. We hebben het ontstaan van ‘Hebron’ ervaren als een geschenk. De behoefte aan gemeenschap ontstond in de praktijk, via het kinderwerk en de openmaaltijden. We spraken over Hebron als ‘gemeentevormingsproject’. In IZB-kring kreeg deze term ook de voorkeur boven ‘gemeentestichting’ omdat hij meer honoreert wat God in de voorafgaande periode voorbereidde. We hebben ruim de tijd genomen om met een kerngroep te bidden en na te denken over de koers die we moesten volgen in de context van deze buurt. Pas na drie en een half jaar schreven we voor het eerst een ‘gemeentezondag’ uit. Het ging over ‘levende stenen’; kinderen hadden grote stenen nagemaakt en die bij elkaar gelegd. We enquêteerden gemeenteleden: ‘Wat zou jij kunnen bijdragen aan de gemeenschap?’ In het begin waren het vooral kleine taken die verschillende mensen oppakten. Maar door de jaren heen hebben we ook de ontwikkeling gezien dat mensen uit de multiculturele Hebrongemeenschap meer en meer verantwoordelijkheid zijn gaan dragen. Een mooi markeringspunt, drie jaar geleden, was de vorming van een missionair team met mensen uit de wijk.’ De eerste doop- en belijdenisdienst, in april 2008, de eerste avondmaalsviering, een jaar later, waren volgende hoogtepunten in de geschiedenis van Hebron. ‘Het waren ook momenten die het verlangen in me wakker riepen om de theologiestudie af te ronden.’ Gebutsten Anno 2014 komen er ca. 40 bezoekers in de wekelijkse diensten; velen van hen hebben het financieel niet breed. ‘Voor sommigen is het dagelijks leven vooral een kwestie van ‘overleven’. Met kwalificaties als ‘onderkant van de samenleving’ heb ik niet veel. Ik ben vaak onder de indruk van de veerkracht van mensen. Als je als alleenstaande moeder de kost moet verdienen en zorg moet dragen voor de opvoeding van een paar kinderen – ga er maar aan staan. Het is waar dat de Hebrongemeenschap meer aantrekkingskracht heeft gehad op mensen die gebutst zijn door het leven, dan op yuppen, die ook in de wijk wonen. Hoewel... bij een kerstspeurtocht die we in de wijk organiseerden, werden op een heel natuurlijke manier contacten gelegd met álle sociale lagen. Conny heeft ook via haar werk als gastouder de nodige contacten met tweeverdieners gehad. Ik ben altijd onder de indruk van het feit dat Jezus contact had met alle lagen van de bevolking. Als gemeente heb je al gauw een bepaald profiel, waardoor je niet voor iedereen toegankelijk blijft. Aan de andere kant, wij heten een gemeenschap te zijn voor ‘niet vele armen’. Daar ben ik ook best trots op. Want God heeft volgens de Bijbel onmiskenbaar een voorkeur voor het zwakke en onaanzienlijke.’ Bandenplakker Gastvrijheid heeft altijd hoog in het vaandel gestaan van het missionaire echtpaar. Veel vrouwen met verschillende achtergronden en levensovertuigingen vonden een gastvrij onthaal bij de koffie-ochtenden die Conny organiseerde. Voor sommigen betekende deze ontmoetingsplaats echt een eerste stap uit hun isolement. Heel wat vrouwen hebben zo ook de weg naar de kerk gevonden. Wat het geheim van Hebron is? ‘De liefde van Jezus is hier aanwezig’, zei een welzijnswerker onlangs. Peter: ‘Van december tot half mei hebben hier zes vluchtelingen in Hebron gewoond, ook mijn werkkamer was bezet. Uiteindelijk moesten we de pijnlijke beslissing nemen dat het niet langer kon. Ze waren nog niet vertrokken of er diende zich een gezinnetje aan, dat uit huis was geplaatst…’ In de afscheidsdienst werd gememoreerd dat Peter dan wel geen tentenmaker, maar toch wel een goeie bandenplakker was. ‘Wat wil je? Als je geen vader hebt, wat moet je dan? Naar Peter in Hebron…’ Inspiratie Terwijl hij op de laptop nog wat foto’s selecteert voor Tijding, passeert een rapportage van een predikante die hem tijdens zijn theologische studie begeleidde: ‘De krachtige inspiratie van het orthodoxe geloof is bij alles bepalend voor Peter. Daar mag hij op den duur vrijer en liefdevoller mee omgaan, wetend dat God de orthodoxe geloofsleer niet heeft bedacht, maar dat Zijn genade genoeg is als bodem onder een fiere protestantse geloofshouding!’ Een mooie karakterisering, die zeker ook van pas komt in de nieuwe werkkring – God weet waar. |
Onder de lamp >