![]() 'Dat jij nog leeft!' Het is een opmerking die Bram Spreeuw (1951) vaak hoort als hij een oude bekende tegenkomt op straat. Zelf is hij er ook verbaasd over. 'Wat heb ik meegemaakt, zeg. Het is een wonder dat ik er zo ben uitgekomen.' 'Dat jij nog leeft…' Het is ook de titel van het boek dat Krijn de Jong schreef over Brams leven. 'Zo'n twaalf jaar geleden voelde ik al dat er een boek moest komen', vertelt Bram. 'Dat kan ik verder niet uitleggen, dat voel je gewoon.' Ik ontmoet Bram op het kantoor van Tot Heil des Volks in Amsterdam, de stad waar hij opgroeide. Warme herinneringen heeft hij er niet aan. 'Mijn jeugd is bizar geweest. Verschrikkelijk. Mijn ouders waren alcoholverslaafd. Ik ben seksueel misbruikt. Veel vrienden zijn uit de weg geruimd en zelf heb ik overvallen gepleegd op drugscriminelen. Ik had een zoon, maar hij is op zijn 26e gestorven aan een overdosis.' 'Zie je dit litteken hier?' Bram wijst naar een litteken onder zijn rechteroog. 'Daar ben ik geslagen met een boksbeugel. Een afrekening. Mijn gezicht lag helemaal open.' Mooiste plek van Amsterdam We stappen de deur uit, de Oudezijds Voorburgwal op. 'Wat een zootje hè? Hier leefde ik, dag en nacht. Tussen de criminelen, drugsgebruiker, prostituees. Ik kijk er nu heel anders naar dan toen. Je kijkt nu met de ogen van de Heer, hè?' 'Hier heb ik veel drugsgebruikers opgelicht en later dealers overvallen. Een rol stophoest stampte ik fijn tot poeder en verkocht ik voor 1500 gulden als heroïne. Een kilo maïzena deed ik voor 3500 gulden van de hand als cocaïne. Hé, wacht eens, die man daar ken ik.' Langs de kant van de weg staat een donkere man met een klein baardje en oude kleding. 'Ik ken jou van vroeger, van de Zeedijk', zegt Bram. 'Jij liep daar toch ook verslaafd rond?' Het gesprek komt niet echt op gang. De man mompelt dat hij toen rijk was en nog steeds erg rijk is. Dan lopen we langs een gebouw van Jeugd met een Opdracht. Bram blijft staan. 'Dit plekje is voor mij het mooiste van heel Amsterdam. Hier zat eerst inloophuis The Cleft. Daar ben ik op mijn knieën gevallen. Wat mij zo raakte? De Heer zelf! Ik gebruikte methadon, crack, heroïne, maar de Heer brak dwars door die weerstand heen. Amsterdam is een duistere plek, maar God werkt hier ook. Mooi hè? Laten we even een kijkje binnen nemen.' Lees verder op CIP.nl |
Onder de lamp >