Gastvrijheid

Geplaatst 22 jul 2010 04:46 door De Stadslamp Amsterdam   [ 22 jul 2010 04:52 bijgewerkt ]
18 juli 2010, de Krijtberg (RK). pastor Norbert Halsema, SJ.

Lezingen: Genesis 18,1-10; Kolossenzen 1,24-28; Evangelie volgens Lukas 10,38-42

Zoals u zich herinnert, ontstond in de zestiger jaren een schrijnend tekort aan arbeiders voor zwaar en ongeschoold werk. Daarom gingen we in het buitenland op zoek naar gastarbeiders. Zo ondertekenden Nederland en Marokko b.v. toen een officieel wervingsverdrag.

Wat tóen op gang kwam, heeft de samenleving van nú ingrijpend veranderd. De gastarbeiders van toen, wonen nu met hun families als allochtonen in ons midden. Zij stellen onze tolerantie zwaar op de proef. Zijn zij arbeiders of zijn zij gasten? Hebben wij hen binnengehaald om van hen te profiteren, of willen we ons leven met hen delen? Bepaalde politieke tendensen laten hier helaas geen twijfel over bestaan. Het is me ook wat als je met 178 nationaliteiten in deze multiculturele stad woont!

Je leven delen. Twee lezingen vandaag nodigen ons uit tot bezinning. Twee verhalen over gastvrijheid, waar de vreemdeling aanklopt, waar God zelf op bezoek komt.

De eerste lezing gaat over Abraham en zijn vrouw Sara die op zekere dag bezoek krijgen van drie onbekende mannen. Dit tafereel is in de christelijke traditie honderden malen afgebeeld, en met name bekend van de icoon van de middeleeuwse Russische iconenschilder Andrei Rublov waarvan u hier een afbeelding ziet (icoon voor het altaar). Drie mannen rond een tafel. Afgebeeld in blauw goudachtige gewaden, bemiddelaars van Gods aanwezigheid.

Abraham, geworteld in het oosterse levensgevoel, wist wat gastvrijheid is. In de zinderende middaghitte staan daar opeens drie mensen voor hem. Het lijkt alsof ze uit de hemel zijn komen vallen en dat zijn ze misschien ook wel! Hij komt onmiddellijk in actie. Hij gaat naar binnen en zet – ook echt oosters! – zijn vrouw Sara aan ’t werk. Zijn gasten zullen niets te kort komen! Daarna neemt Abraham de tijd om hen gezelschap te houden, om naar hun verhaal te luisteren. In dat gesprek krijgt hij te horen: ‘Abraham, je leven zal niet vergeefs zijn, want je vrouw Sara zal een zoon krijgen. Als we het volgend jaar terugkomen, zal hij er zijn’. Zo wordt Sara, - die verder in haar dienstbaarheid onzichtbaar blijft, - de eigenlijke hoofdfiguur in dit verhaal vol belofte en vervulling. Zíj zal uiteindelijk de gelukkige moeder worden.

God zelf te gast. Stel nu dat Abraham had gedacht: daar heb je weer zo’n stelletje vreemdelingen, klaplopers op de sociale voorzieningen en profiteurs van onze belastingcenten. Stel dat hij hen geen gastvrijheid had verleend, hen de deur had gewezen, wegwezen jullie! Hoe zou het dan verder gegaan zijn? Zeker is dat Abraham voor ons dan niet de man geworden zou zijn die hij nu is: de gastvrije aartsvader, een prototype, levend vanuit zijn heilig geloof in de vervulling van de belofte.

Ook het evangelie gaat over gastvrijheid. Jezus op bezoek bij twee alleenstaande zussen Marta en Maria. De een is druk in de weer om te zorgen dat de gast niets tekort komt, terwijl de ander vol aandacht is voor het verhaal van hun gast. Waarover zou Jezus met Maria gesproken hebben? Waarover anders dan over het Rijk Gods dat hem zo na aan het hart lag.
Het perspectief van leven in gerechtigheid en vrede, het enige waar het uiteindelijk op aankomt. Toekomst voor “alle mensen van goede wil”. Het moet Maria als muziek in de oren geklonken hebben. Want iedere dag ziet ze in de afkeurende blikken van mensen rondom haar het tegendeel: het verwijt dat zij en haar zus als twee ongetrouwde vrouwen zonder kinderen een zinloos leven leiden. Maria krijgt nu iets totaal nieuws te horen. Zij wordt weer mens, ten leven gewekt. Geen wonder, dat ze niet weg te slaan is van haar plaats aan de voeten van Jezus.

Gastvrijheid betekent: in actie komen en zorgen, natuurlijk, maar óók: luisteren naar wat de gast te zeggen heeft en te ontdekken, hoe daarin een horizon vol toekomst zich opent.

In beide verhalen is een duidelijke overeenkomst. In beide is sprake van een ontvangende en een gevende partij. Sara en Marta aan de ene kant zijn de “stille” verborgen krachten die zorgen dat er wat op tafel komt, dat het aan niets ontbreekt, terwijl van de andere kant Abraham en Maria ieder op hun eigen wijze zich ten dienste stellen van hun gasten, hen op hun verhaal laten komen. In die gastvrijheid gaan zorgzaam bezig zijn en vol aandacht luisteren hand in hand.

De blijde boodschap vandaag mag ons aansporen om ons te bezinnen op de vraag hoe gastvrij wij voor elkaar zijn? Geven wij elkaar de aandacht die verder gaat dan puur eigenbelang, laten wij elkaar op ons verhaal komen, luisteren wij werkelijk naar wat we elkaar te vertellen hebben? Onze vreugden en zorgen, ons verdriet en verlangen?

Het is een goddelijke kwaliteit diep in ons om de vreemdeling-in-ons-midden en daardoor elkaar telkens weer welkom te heten en te behandelen als onze naaste. Gerechtigheid en vrede krijgen dan een kans.
Zo moge het zijn!

Norbert Halsema, SJ
Comments