Kerkgebouwen of geloof

Geplaatst 23 dec 2015 11:09 door De Stadslamp Amsterdam
VERKONDIGING op 6 december 2015, de tweede zondag van de Advent, in de Kerk van Onze Lieve Vrouw Koningin van de Vrede te Amsterdam
door pastor Pierre Valkering
Gelezen: uit het boek van de profeet Baruch (5, 1-9), Psalm 126, de brief van de heilige apostel paulus aan de christenen van Filippi (1, 3-11) en uit het heilige evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas ((3, 1-6).

"In het krimpproces dat de Kerk doormaakt, moeten we ons niet aan gebouwen
vastklampen, daarin ligt niet onze redding. Zo'n stenen reddingsboei trekt ons juist de
diepte in. Ons geloof is niet gekoppeld aan een gebouw, maar aan God."

Dat zei, anderhalve week terug hier in Amsterdam in een toespraak,1 kardinaal Wim
Eijk die de hoogstgeplaatste vertegenwoordiger van onze Roomse kerk in Nederland
is. Kerkgebóuwen, dáár moeten we niet onze redding van verwachten. Die
kerkgebóuwen, die kunnen juist molenstenen om onze nek zijn die ons de diepte in
trekken. Nee, onze redding moet komen en moeten wij verwachten van God. Aldus
de kardinaal.

Maar ja, dierbare gasten en parochianen van deze Vredeskerk: Wie, wat is God? De
kardinaal heeft het in dit verband over "een 'onzichtbare hand'. (...) Wij geloven dat
ieders naam in Zijn handpalm is geschreven. We ervaren dat die hand ons steunt als
we het moeilijk hebben, we voelen hem op onze schouder in eenzame tijden. En we
geven Hem soms een high five." Dat is: juichend je hand zo hoog mogelijk boven je
hoofd naar boven uitstrekken en daar die van iemand anders pakken. In Amerika
doen ze dat veel. Ook die onzichtbare hand van God kun je als het ware op die
manier vastpakken suggereert de kardinaal. Ziet u het voor zich? Ziet u het hem
doen? God een high five geven uit vreugde of dankbaarheid. De kardinaal zegt:
"Meer mensen zouden dat moeten doen."

De apostel Paulus, die we vandaag tegenkwamen in onze tweede lezing uit diens
brief aan de christenen van Filippi, een stad in Macedonië, waar tegenwoordig zoveel
vluchtelingen doorheentrekken op weg naar West-Europa, onze kant op; Paulus
hoeft daartoe niet aangemoedigd te worden: om God zo'n high five te geven uit
vreugde of dankbaarheid. Want Paulus ís het al: dankbaar en vreugdevol, ook al zit
hij in de gevangenis. Van daar uit schrijft Paulus zijn brief: vanuit de gevangenis.
Maar zelfs dát gebouw is voor Paulus geen molensteen waardoor hij, Paulus, de
diepte in zou worden getrokken. Nee, absoluut niet... Paulus' hart is duidelijk vol van
liefde, warmte en vreugde als hij, in de gevangenis dus, zijn brief schrijft: "Ik dank
mijn God telkens als ik aan u denk, altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. Met
blijdschap zeg ik mijn gebed." En: "(...) ik draag u in mijn hart". "God kan voor mij
getuigen hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innigheid van Christus Jezus."

Heerlijk is dat, om zó met mensen, met geloofsgenoten verbonden te zijn. Hoe zou
dat voor de kardinaal zijn? Wie draagt híj in zijn hart? Voelt hij óók die blijdschap bij
het bidden voor mensen? Voor wie bidt hij? En kan hij óók zo verlangen om
bepaalde mensen te zien en met hen samen te zijn? Hoe is dat voor de kardinaal?
En hoe is dat voor u? En hoe is dat voor mij? Union de prières zeggen Franstalige
gelovigen tegen elkaar als ze afscheid van elkaar nemen, fysiek of in het gebed.
Union de prières: Eenheid van gebed. De onzichtbare draden van het gebed
verbinden ons met elkaar. "En dit is mijn bede", schrijft Paulus aan de christenen van
Filippi: "dat uw liefde steeds rijker wordt aan ware kennis en fijngevoeligheid in alles,
om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u zuiver en onberispelijk
zijn op de dag van Christus, vol van de vrucht van de gerechtigheid, die komt van
Jezus Christus, tot lof en eer van God."

"De dag van Christus". Die komt er aan voor ons. Kerstmis! Daar leven wij in deze
tijd van het jaar, in de adventstijd, naar toe. Kerstmis komt er aan. En dan komt het er
voor ons ook op áán. Paulus schrijft dat onze "liefde steeds rijker" moet worden "aan
ware kennis en fijngevoeligheid in alles, om te kunnen onderscheiden waar het op
aankomt". Wel, dierbare parochianen en gasten: waar kómt het dan op aan? Niet op
onze kerkgebouwen dus volgens de kardinaal. Die kunnen eerder een belasting, ja
een molensteen zijn die ons naar de diepte trekt. Daar komt het dus níet op aan.
Maar waar komt het dan wél op aan? De kardinaal zegt: In deze tijd "kiezen mensen
bewust voor geloof. Dat dan wel authentiek moet zijn."

Wat bedoelt de kardinaal met dat 'authentieke geloof'? Ik ga hem nog weer even
uitvoerig citeren:
"Het rooms-katholieke geloof richt zich op de hele mens, in alle stadia van het leven.
Bij de pieken in iemands leven, maar ook bij de dalen." Hé... daar horen we
misschien een echo van de profeet Jesaja die we hoorden in het evangelie van deze
dag. Johannes de Doper citeert daarin Jesaja. En die heeft het óók over pieken en
dalen: "Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht; elk dal zal worden
opgevuld, elke berg en heuvel geslecht." Er kunnen allerlei blokkades en valkuilen
zijn, die tussen ons en God in kunnen staan, zo begrijp ik dat. Zie je die valkuilen?
Zie je die blokkades? Kun je ze onderscheiden? En kun je ze vervolgens uit de weg
ruimen die blokkades? En kun je die valkuilen opvullen?

Keren we weer terug naar kardinaal Eijk. Hij vervolgt: (In het rooms-katholieke
geloof) is er "plaats voor de menselijke zwakheden. Ieder van ons laat tijdens zijn of
haar leven immers een spoor van moreel zwerfafval achter zich. Van verbroken
beloftes, leugens en andere misstappen. Het rooms-katholieke geloof biedt mensen
de mogelijkheid daarmee in het reine te komen. Niet door uiterlijk de schijn op te
houden, maar door innerlijke groei. Dat is mogelijk omdat God onvoorwaardelijk van
ons houdt. Een gegeven dat mijlenver afstaat van de huidige druk die mensen
ervaren om zich zo succesvol mogelijk te presenteren". Aldus, opnieuw, kardinaal
Eijk.

Snappen wij waar hij het over heeft? Hebben wij ook van dat "moreel zwerfafval" in
ons leven? Heb jij het? Heb ik het? En zo ja: wat doe je er dan mee? Stop je het
weg, liefst zo diep mogelijk? Of durf je ernaar te kijken en haal je het te voorschijn en
ga je erover spreken met mensen, met geloofsgenoten of wellicht zelfs met een
priester die je van Godswege vergeving kan aanzeggen en schenken als je dat
verlangt en als je daarom vraagt? Want ja, veelgeliefden, zo is dat denk ik... Wie zijn
of haar 'moreel zwerfafval' ontkent en wegstopt, die blijft er mooi, of nee: niet mooi,
mee zitten. Ga je erover praten en vraag je om vergeving en krijg je die ook, dan ben
je er lekker van af. Ik ben het met de kardinaal eens dat "innerlijke groei" voor ons
alleen mogelijk is als wij de morele leemtes, de dalen van ons leven, als wij die
opvullen en als we de morele blokkades van ons leven waar we tegenaan lopen, de
bergen en de heuvels van ons leven, als wij die 'slechten': als we die afgraven en uit
de weg ruimen. Maar: morele leemtes en blokkades, wat zijn dat?


Net als Paulus bracht ook de Engelse schrijver Oscar Wilde enige tijd in de
gevangenis door. Daar schreef hij het volgende: "Een mens maakt zijn ziel wáár door
alle passies die daar vreemd aan zijn weg te doen, alle cultuur die aangeleerd is en
elk uiterlijk bezit. (...) Op vele wijzen was ik de vijand geweest van mijn eigen ziel,
maar ik vond hem terug als een vriend die op mij wachtte. Als je in contact komt met
je ziel, dan word je eenvoudig als een kind, zoals Christus zegt dat je zou moeten
zijn. (Maar) het is tragisch hoe weinig mensen ooit "hun ziel bezitten" voordat ze
sterven. "Niets is zeldzamer in elk mens (...) als een daad van hemzelf." (...) De
meeste mensen zijn andere mensen. Hun gedachten zijn die van iemand anders,
hun leven is nabootsing, hun passies zijn een citaat." Tot zover Oscar Wilde.2 Ik denk
dat dit er mee te maken heeft met die zogenaamde leemtes en blokkades in een
mensenleven: Het gaat om de dingen die jou belemmeren om werkelijk de mens te
zijn die je zou kunnen zijn, zoals God je graag zou zien en waar Jezus ons bij wil
helpen opdat die kan verschijnen.

Terug naar de kardinaal: "Ik ben ervan overtuigd dat de Rooms-Katholieke Kerk haar
authentieke geluid niet moet afstemmen op wat bon ton is in de samenleving. Velen
zouden het toejuichen wanneer de Kerk meer als de samenleving zou klinken. Dat is
echter een heilloze weg." Hé, daar ben je die 'weg' weer, de weg van Jesaja! "Dat is
(...) een heilloze weg. Het is immers aan de Kerk om een profetisch stemgeluid te
laten horen. Door samen te vallen met haar omgeving zou de Kerk zichzelf
tegenspreken. Want gelovigen hebben de taak om 'het zout der aarde' te zijn, zoals
Jezus in het Evangelie van Matteüs zegt. En dat moeten ze ook zijn in een tijdperk
waarin de samenleving een zoutloos dieet nastreeft. Juist dan zou ik zeggen." Aldus
de kardinaal. Binnen onze samenleving registreert hij blijkbaar allerlei tendenzen die
neigen naar 'zoutloosheid'. De Kerk daarentegen, de gelovigen, wij - hebben het zout
in huis! Het is geen geringe pretentie - waarmee Jezus ons heeft opgezadeld, belast,
die Hij ons heeft geschonken.

Ik ga nog even door met de kardinaal: "Het is één van de taken van de Kerk om
individuen en de samenleving een spiegel voor te houden. Niet zodat die een
bewonderende blik op zichzelf kunnen werpen. Nee, de Kerk functioneert als een
kritisch tegenover. Bovendien trekken tegenpolen elkaar aan. De kerk die in de
samenleving het andere verhaal vertelt, die het tegendraadse doet, die heeft
duurzame aantrekkingskracht. Zo'n Kerk kan mensen raken. Die intrigeert, inspireert
én innoveert - want zet de mens op de weg naar een betere versie van zichzelf."

Tot zover kardinaal Eijk. Overal stort onze Roomse kerk als een kaartenhuis in
elkaar. "Van het eertijds Rijke Roomse Leven", zo zegt hij ook nog, daarvan "staat in
Nederland alleen nog de façade overeind (...) Op sommige plaatsen is de kerk
slechts een stenen decorstuk, waarachter zich nauwelijks een geloofsleven afspeelt."
De prognose is dat waar er in 2013 nog 214.00 katholieken op een gemiddelde
zondag in Nederland naar de kerk gingen, dat er in 2030 nog maar 60.000 zullen
zijn. Als wij onze menskracht en middelen niet bundelen, derhalve, dan zullen onze
kerken alleen nog maar leger, kaler en schraler worden is de verwachting. En dat is
geen opwekkend en aanstekelijk perspectief.

Maar niet getreurd zegt de kardinaal als ik hem goed begrijp, laten we vooral niet bij
de pakken neerzitten. Gebouwen die we te veel hebben, die doen we gewoon weg,
want het gaat niet om de gebouwen. We gaan met degenen die over zijn gewoon
lekker bij elkaar zitten en we blijven als kerk gewoon lekker onze eigen koers varen,
die van Jezus, en dát zou ons moeten verbinden, met Hem, met Jezus, met God, en
met elkaar. "Saneren. (Dat is) een woord met een negatieve bijklank, maar dat
feitelijk 'gezond maken' betekent" brengt de kardinaal ons in herinnering - en hij kan
dat weten, want hij is zoals bekend ook dokter. Als we ons als kerk door Christus
gezond laten maken op de manier zoals de kardinaal dat voor zich ziet, dan zal het
vroeg of laat met de kerk ook qua vitaliteit en getalsmatig wel weer de goede kant op
gaan, zo suggereert hij. De profeet Baruch, in de eerste lezing vandaag, sprak: "(...)
leg uw kleed af van ellende en rouw". En: "zie uw kinderen van alle kanten
samenkomen op het woord van de heilige God (...)". "Te voet gingen zij van u weg",
de kerkverlaters, "maar eervol brengt God hen terug als op een koningstroon
gedragen." Daar komen de nieuwe gelovigen aan, de nieuwe katholieken en de
herintreders! De kardinaal, Eijk, gelooft er in. De man heeft een groot geloof.

En u? En jij? En ik? Kunnen u, jij en ik in God, in Jezus blijven geloven, óók als er
nóg veel meer kerkgebouwen verdwijnen en als wij met dat geloof van ons binnen
onze samenleving en binnen onze familie-, vrienden- en kennissenkring steeds meer
alleen komen te staan? Ik help het de kardinaal hopen en wens het ons toe, zoals ik
ons toewens dat wij net als Paulus en Oscar Wilde uit de gevangenis komen als we
daar inzitten al zijn we dan zogenaamd vrij. Oscar Wilde schreef: "De mensheid (of:
de menselijkheid) heeft gevangen gezeten met ons allen, en nu ik naar buiten ga, zal
ik mij altijd blijven herinneren wat een grote vriendelijkheid ik hier ontvangen heb van
bijna iedereen."3 Mogen wij die grote vriendelijkheid allen ervaren veelgeliefden.
Mogen wij elkaar in ons hart dragen... naar Kerstmis toe en verder. Amen.


1 'Religieus kapitaal: het vermogen om Kerk te zijn'. Toespraak op de religieuze jaardag ABN-AMRO
op 26 november 2015.
2 In: De profundis, brief vanuit H. M. Prison te Reading aan Sir Alfred Douglas (januari-maart 1897). In: Complete works of Oscar Wilde. With an introduction by Vyvian Holland. London (1980), p. 925-926. Vert: pv.
3 Oscar Wilde, Op. cit., p. 935.
Comments