VERKONDIGING op 31 augustus 2014, de tweeëntwintigste zondag door het jaar, in de Kerk van Onze Lieve vrouw van de Allerheiligste Rozenkrans te Amsterdam door pastor Pierre Valkering. Gelzen: uit het boek van de profeet Jeremia (20, 7-9), Psalm 63, de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (12, 1-2) en het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Mattheüs (16, 21-27). Het is een treurige zomer - qua weer en nog meer, erger nog, wat betreft de geopolitieke situatie. Uit de hemel stroomt regen. Op aarde vloeit bloed. In de Oost-Oekraïne, in de Gazastrook, in Syrië-Irak komt er een voortijdig einde aan talloze mensenlevens. We kunnen er trouwens over meepraten. Afgelopen woensdag was ik nog aanwezig bij de herdenkingsviering van Frank en Hella, een paar uit Amstelveen, aan boord van de MH17 boven de Oekraïne uit de lucht geschoten. Het is droevig, het is dreigend, het is angstaanjagend - vooral ook die koppensnellers van de IS in Irak. In de dagen van de profeet Jeremia was het in dezelfde regio al niet veel beter. Jeremia maakte een shift, een kanteling mee in de regionale machtsverhoudingen. Eerst waren de Assyriërs de baas. Maar dat rijk ging ten onder. De Babyloniërs, onder koning Nebukadnessar, namen de leiding over. Hoe daarmee in Juda, in Jeruzalem, zo goed, zo verstandig en wijs mogelijk omgaan? De profeet Jeremia, door God geïnspireerd, houdt zich intensief met die vraag bezig. Zonder daarbij een blad voor de mond te nemen spreekt hij zich erover uit. Hij móet wel. Want hij is gegrepen door God. Onder koning Josia van Juda vindt hij gehoor. Maar bij diens zoon en opvolger Jojakim niet. Die laat zich verleiden tot een dwaze opstand tegen de oppermachtige Nebukadnessar en dat wordt Juda en Jeruzalem noodlottig. De stad en de tempel worden verwoest. Het volk wordt in ballingschap weggevoerd naar Babel. Een handjevol mensen, onder wie Jeremia, blijft achter. Dan wordt de Babylonische gouverneur van Juda vermoord. Een aantal Judeeërs vlucht naar Egypte. Tegen zijn zin wordt Jeremia meegenomen. Waar en hoe hij gestorven is, dat is niet bekend. Het is, dierbare gasten en parochianen; het is geen opwekkend verhaal. Je wordt daar niet vrolijk van - zoals we dat ook niet worden van wat er op het wereldpolitieke toneel in onze eigen tijd allemaal gebeurt. Welke keuzes maken onze leiders? "We hebben nog geen strategie tegen IS" zei president Obama afgelopen donderdag op een persconferentie - woorden die hem niet in dank werden afgenomen. Maar ja, zo eenvoudig is het natuurlijk allemaal niet. Je zou maar in zijn schoenen staan - in die van Obama. Wat is wijsheid? Hoe denken en wat zeggen wij er zelf over? Moet er zoals dat dan heet "ingegrepen worden"? Of maar beter niet? Is eerder ingrijpen in dezelfde regio, de onttroning van dicatator Saddam Hoessein van Irak, is dat juist geweest? Is men er in Irak en zijn wij er mondiaal niet van de regen mee in de drup gekomen? Is het niet van kwaad tot erger geworden? "Wie wind zaait zal storm oogsten": Dat Nederlandse spreekwoord is ontleend aan een andere bijbelse profeet, Hosea (Hos 8,7) De positie van profeet, de door God bewogen en gedreven man of ook vrouw, de positie van Jeremia vandaag, is een eenzame positie. Hij of zij staat in zijn of haar eentje tegenover een collectief. Ook in onze tijd komt dat natuurlijk voor, in kerk en samenleving. Ik denk bijvoorbeeld aan de klokkenluider Arthur Gotlieb die allerlei misstanden aan de orde stelde bij de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA). Bij zijn managers vond hij echter geen gehoor. Uit alle macht hebben ze geprobeerd om dat lastige mannetje te lozen. Begin dit jaar pleegde Arthur Gotlieb, vijftig jaar oud, uiteindelijk zelfmoord. Hij kon er niet meer tegen. Hij kon er niet meer tegenop, Arthur Gotlieb. Ja, Gotlieb - God had hem zeker lief... Moge hij bij en in Hem geborgen zijn en thuisgekomen. Want ik denk: zo'n Arthur werd net als Jeremia óók gedreven door zo'n godgegeven inzicht in wat waar en recht, goed en juist (bonum et justum) is. En hij is daar voor opgekomen tot hij niet meer kón. Arthur zou zich zeker herkend én gesterkt hebben kunnen voelen door Jeremia's woorden: "De hele dag lacht men mij uit, iedereen drijft de spot met mij. Telkens als ik het woord neem, moet ik schreeuwen, en 'geweld en onderdrukking' roepen. Het woord van de Heer brengt mij iedere dag schande en vernedering. Soms denk ik: Ik wil er niets meer van weten, ik spreek niet meer in zijn naam. Maar dan laait er een vuur op in mijn hart, het brandt in mijn gebeente. Ik doe alle moeite om het in bedwang te houden, maar het lukt me niet." Arthur Gotlieb binnen de Nederlandse Zorg Autoriteit. Jeremia in Juda: mensen die tot het gaatje gingen ten koste van zichzelf omdat ze niet anders kónden. Het vuur, de passie in hen was te sterk. En u weet, veelgeliefden, dat woord 'passie' heeft twee kanten: het gaat om hartstocht. Er is liefde in het geding. Liefde voor God, liefde voor waarheid en recht in het geval van de profeten. Maar liefde, zeker ook de liefde van en voor God, doet ook altijd lijden. Zonder lijden, de bereidheid daartoe, het nemen van het risico daar op, gaat het helaas niet. Aan echte liefde hangt altijd een prijskaartje van lijden. Mensen die, lang of kort, hun leven hebben gedeeld met een geliefde kunnen erover meepraten. Liefde maakt kwetsbaar, wondbaar, weerloos. Het woord 'kwetsbaar' hoorden we afgelopen week ook uit de mond van Lodewijk Asscher, minister van Integratie. Hij zei: "Als vrije samenleving ben je kwetsbaar." ** En, zo zeg ik in het licht van de schriflezingen van deze zondag: als die vrije samenleving van ons, als die ons werkelijk lief is, dan zullen we daar ook voor moeten stáán en voor moeten opkomen. En dan zullen we er desnoods ook voor moeten lijden. Op een gegeven moment is daar natuurlijk geen ontkomen aan. Jezus maakt het Petrus duidelijk in het evangelie vandaag: Denken dat je het lijden kunt vermijden, dat is een illusie, dat is: leven in een roze wolk. Petrus dacht op dit punt Jezus de les te moeten lezen, maar het was natuurlijk omgekeerd: "Jouw gedachten", zegt Jezus tegen Petrus; "jouw gedachten zijn niet Gods gedachten, maar die van mensen". Hoe vaak hoor je niet van mensen die niet in God kunnen en/of willen geloven: "Ja, maar al dat lijden in de wereld, zelfs van onschuldige kinderen; als God werkelijk zou bestaan, dan zou Hij al dat lijden niet toelaten." Het is natuurlijk best begrijpelijk als mensen dat zeggen. Want wat mensen voor hun kiezen krijgen, dat is natuurlijk vreselijk en meer dan erg soms. Maar... als mensen het zeggen, dan lezen ze ook God als het ware de les en zit daar toch een soort pretentie achter dat zijzelf het beter weten, en beter zíjn, dan God. Maar, veelgeliefden, zo is het niet. Zo zijn we niet getrouwd. Zo werkt het leven niet, zo zit het niet in elkaar. Nee. Liefde en lijden zijn twee kanten van één medaille. En wie meent of gelooft dat je van God of van een mens of van onze vrije samenleving kunt houden zonder de bereidheid om ervoor te lijden desnoods, die vergist zich. Nee, zonder lijden gaat het niet. Je moet er iets voor over hebben. Je moet er desnoods álles voor overhebben. De mensen in het Midden-Oosten, joden, christenen en moslims, die weten daar allemaal alles van denk ik, terwijl wij hier, in onze ivoren toren, in onze relatief veilige, stormvrije zône; mensen hier zijn vaak geneigd om een beetje meewarig en neerbuigend te doen over wat zich in met name het Midden-Oosten afspeelt, zo in de zin van: moet je ze elkaar toch eens zien bestrijden, al die mensen met hun verschillend geloof, ze weten niet beter. Maar ik ben bang, veelgeliefden, dat mensen die zo denken en spreken zich vergissen. Dáár gebeurt het. Dáár zit men in de frontlinie, dáár betaalt men de prijs en worden de grote offers gebracht, ook voor ons, in de clash of civilizations, in die botsing tussen verschillende vormen van beschaving, van samenleven en geloven. Precies zoals ook die Arthur Gotlieb in de frontlinie heeft gestaan, de prijs heeft betaald, het offer heeft gebracht. Iedereen liet het uiteindelijk maar op z'n beloop en koos voor zichzelf, daar bij die Nederlandse Zorg Autoriteit, behalve hij. Het is een treurige zomer veelgeliefden en een treurige wereld, een tranendal, een lacrimarum valle. Maar, zo hoorden wij Jezus zeggen in het evangelie: "De Mensenzoon zal komen, bekleed met de heerlijkheid van zijn Vader, samen met zijn engelen, en dan zal Hij iedereen loon naar werken geven." Dat alle mensen die met de liefde ook het lijden hebben genomen en geleefd, die daar niet voor zijn weggelopen, dat zij dan zullen lachen en juichen en gelukkig zullen zijn - als op een heerlijk warme en stralende zomerdag. Amen. ** 'Gewone moslims willen deze slangen ook kwijt', in: Het Parool, zaterdag 30 augustus 2014, p. 4. |
Preek van de week >