Opstanding beloofd

Geplaatst 14 apr 2015 01:49 door De Stadslamp Amsterdam   [ 16 apr 2015 02:32 bijgewerkt ]
Pasen 5 april 2015.
Weteringkerk, Amsterdam.
Gabriël Jansen

Lezingen: Ps 118: 5, 15-24; Lukas 24: 1-10, 36-48.

We hoorden in de lezingen wat er zoal gebeurde op die dag. Ik wil er twee dingen uitlichten. 

1 De rol van de vrouwen 

Vrouwen, die van Jezus hielden, gingen naar het graf, om zijn lichaam te verzorgen. Het was allemaal gruwelijk misgegaan. Maar uit liefde komen zij, om Hem te balsemen.
En dan horen zij: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt.”

Vrouwen hebben een unieke rol in de opstandingsverhalen. En trouwens ook bij de lijdensdagen. Zij zijn trouw. Denk aan moeder Maria onder het Kruis. En deze Maria’s hier bij het graf.
Zij zien de opgestane Heer het eerst, en zij gaan het vertellen aan de mannen, de apostelen, waarvan verschillende meer tijd nodig hebben om Hem te kunnen gaan zien. Maria van Magdala wordt eervol genoemd: Apostel voor de apostelen. Boodschapper van de boodschappers. Opnieuw is de vrouw de helper voor de man(nen). (De man is dus hulpbehoevend).
Misschien is dit de spiegel van Genesis hoofdstuk 3, waar Eva de eerste is die gaat praten, aandacht geeft aan de verkeerde persoon, en verleid wordt tot ongehoorzaamheid. (Overigens: haar man stond bij haar, en steekt geen vinger uit om dit te voorkomen.) 

Maar hier, bij het graf, gaan de vrouwen ook aan de praat… met engelen. En hier ontvangen zij door het gesprek, en door de ontvankelijkheid: openbaring, geloof. Een prachtige rehabilitatie van Eva.
Het getuigenis van vrouwen stelde in die tijd weinig voor. Dat blijkt ook uit sommige opstandingsverhalen. Hun getuigenis over de verrezen Heer werd in eerste instantie niet serieus genomen door de mannen. Maar het is Gods aard, Hij heeft er plezier in, om juist datgene dat door de mensen voor minder belangrijk wordt aangezien, te verheffen, en de hoofdrol te geven.

2. de Mensenzoon moest …

En dan, wat zeggen die engelen verder: “Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.”

Ook als Jezus zelf later de leerlingen ontmoet, zoals we hoorden, klinkt hetzelfde:
‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood,”
Daartussendoor ontmoet Jezus op die dag ook de Emmausgangers. En zegt tegen hen hetzelfde: “Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.” 

Daar had ik wel bij willen zijn, bij die Bijbelstudie van Jezus! Maar eigenlijk komen we die studie, ofwel die verwijzingen vanuit de Schrift, dus vanuit het Oude Testament, op vele plaatsen in het Nieuwe Testament ook tegen. Want ze zijn heel belangrijk voor het getuigenis over Jezus. Paulus zal het later zo zeggen:
1 Korinthiers 15: 3-6 NBV:
“3 Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, 5 en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. 6 Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk…”

Waar staat dat dan in het Oude Testament ? Het staat overal!

We hebben gehoord uit Ps 118.
De psalmen 113 t/m 118 worden de Hallel-psalmen genoemd, d.w.z. de Lof-psalmen. (Het woord Halleluja herkennen we er in, Loof de Heer!) Deze werden, in de tijd dat de tempel bestond, door de Levieten gezongen tijdens het brengen van het Pesach-offer. Het maakt onderdeel uit van de vaste gebeden en rituelen waarmee op de sederavond het verhaal van de uittocht uit Egypte verteld wordt. Ze gaan over bevrijding, uitredding uit doodsgevaar. Verlossend ingrijpen van de Heer.
Ik lees nog een stuk uit één van die psalmen, Ps 116. “Gered uit doodsgevaar” staat er boven.
“1 De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken,
2 hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang.
3 Banden van de dood omknelden mij,
angsten van het dodenrijk grepen mij aan,
ik voelde angst en pijn.
4 Toen riep ik de naam van de HEER: ‘HEER, red toch mijn leven!’
5 De HEER is genadig en rechtvaardig, onze God is een God van ontferming,
6 de HEER beschermt de eenvoudigen, machteloos was ik en hij heeft mij bevrijd.
7 Kom weer tot rust, mijn ziel, de HEER is je te hulp gekomen.
8 Ja, u hebt mijn leven ontrukt aan de dood,
mijn ogen gedroogd van tranen, mijn voeten voor struikelen behoed.”

Dan komt de korte Ps 117 (Loof de Heer, alle volken … want zijn trouw is tot in eeuwigheid”), en dan die Ps 118. Ik herhaal daaruit nog de verzen 22-24:
“De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden.
Dit is het werk van de HEER, een wonder in onze ogen.
Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen”

DE dag dus, de ‘dag des Heren’, de dag waar het allemaal om ging.

Maar er is nog veel meer in de Psalmen. Bijvoorbeeld:
Ps 16:10 : U levert mij niet over aan het dodenrijk, en laat uw trouwe dienaar het graf (of: het verderf) niet zien.
Ps 49:16 : Maar mij zal God vrijkopen uit de macht van het dodenrijk, mij zal hij wegnemen.

Of kijken we naar de Profeten, zoals:
Jesaja 25: 6-9 ;
“6 Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan:
uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen.
7 Op deze berg vernietigt hij het waas dat alle volken het zicht beneemt,
de sluier waarmee alle volken omhuld zijn.
8 Voor altijd doet hij de dood teniet.
God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg
– de HEER heeft gesproken.
9 Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden.
Hij is de HEER, hij was onze hoop.
Juich en wees blij: hij heeft ons gered!”

Jesaja 53:10-11 (en lees de rest van dit hoofdstuk voor de context!) :
“Hij offerde zijn leven voor hun schuld,
om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.
11 Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.”

Hosea 6:1-2 :
“1 Kom, laten wij teruggaan naar de HEER! Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden.
2 Hij redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet hij ons opstaan:
in zijn nabijheid zullen wij leven.”

Of het verhaal over die wonderlijke, tegenstribbelende profeet Jona:
Jona 2:1 “De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis.” 
 (Jezus zelf betrekt dit gebeuren op wat er met Hem zal gebeuren. Het zal voor de mensen dan een teken zijn.)

Maar ook nog boven deze “losse” teksten uit - en er zijn er nog véél meer - is de “vingerafdruk” van de opstan­ding, van het leven na en dwars door de dood, te lezen in de Schrift. In de grote verhalen van lijden en verlossing. Wat denk je van aartsvader Jozef! Zijn levensverhaal is één grote voorafbeelding van Jezus lijden, dood en opstanding: De geliefde zoon, die mishandeld, verkocht als slaaf, doodgewaand, vernederd, en verhoogd, zijn broeders kan redden en een plaats voor hen bereiden.

Zo is het hele Oude Testament doordrenkt met de dynamiek van de opstanding. Met hoop na wanhoop, verzoening na straf, genezing na lijden, vernieuwing na het einde, verhoging na vernedering, leven na dood. Als je de Schrift uitwringt dan druppelt er opstanding uit.
Wil je het Oude Testament begrijpen, wil je de grote lijn oppikken? Zoek dan het Nieuwe Testament in het Oude Testament, zoek Jezus in de hele Bijbel. Dan sta je ook in een goede oude traditie. Zo lazen de apostelen, de eerste christelijke schrijvers en de kerkvaders de Schrift ook.

Toepassing
Ik heb vandaag met jullie vooral dit willen doen: een beetje nazoeken wat Jezus zal hebben bedoeld toen Hij dat zei, dat de hele Schrift, Mozes, de profeten, de psalmen, getuigde van zijn lijden, dood én opstanding. Tot versterking van ons geloof.
En wat betekent dan die opstanding van de Heer Jezus voor ons, in ons dagelijks leven? Hoe verandert en hoe bevrijdt dit ons? Ik houd dat nu heel kort (daarvoor hebben we ook die andere 51 zondagen van het jaar…), en citeer alleen een klein gedeelte uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen in Kolosse (Kol 3,1-4):
“Broeders en zusters, als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Zint op het hemelse, niet op het aardse. Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God. Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijk­heid.

De liederen die we vandaag zingen verkondigen ons de opstanding van de Heer. En óók wat dat voor ons betekent. Laten we dan zingen met wijd open oren.

Amen.

Comments